Nationaal programma Experimentele Omgevingen

Het Nederlandse innovatiebeleid is sinds een paar jaar ‘missiegedreven‘ opgezet. Dat houdt in dat grote maatschappelijke vraagstukken, die om flinke maatschappelijke transities vragen, het uitgangspunt zijn voor de beleidsmakers. Vijfentwintig zijn het er, om precies te zijn, geclusterd rond energietransitie & duurzaamheid, landbouw, water & voedsel, veiligheid, en gezondheid & zorg. Dan is er ook nog een doorkruisend domein dat ‘sleuteltechnologieën’ is genoemd, en waarbij de technologieën, methoden en instrumenten centraal staan die nodig zijn om de maatschappelijke missies te laten slagen.

Een van die clusters van methoden en instrumenten legt de focus op ‘experimentele omgevingen’. Dat zijn fysieke of virtuele omgevingen waar innovaties ten behoeve van de missies ontwikkeld kunnen worden, en kunnen worden getest, bij voorkeur met directe betrokkenheid van ondernemers, kennis- en onderwijsinstellingen, overheid én eindgebruiker (klant, cliënt, patiënt, burger, of wie dan ook). Bekende opkomende vormen van zulke experimentele omgevingen zijn living labs, fieldlabs en proeftuinen. Maar ook zoiets als ‘digital twins’, een digitale kloon van een fysieke innovatie, hoort erbij.

Hoewel Nederland al meedoet in de koplopersgroep als het gaat om kennisontwikkeling rond experimentele omgevingen, valt er nog een wereld te winnen. Daarom heeft CLICKNL, het zogeheten topconsortium voor kennis en innovatie van de creatieve industrie, als agenda-eigenaar van experimentele omgevingen ambitie voor een groot, nationaal programma rond experimentele omgevingen. De komende tijd ga ik als kwartiermaker aan de slag om te verkennen waar de behoeften liggen en hoe de contouren van zo’n programma eruit kunnen zien. Wil je meedenken, of gewoon even je ei kwijt over deze materie, dan nodig ik je van harte uit om contact met op te nemen: martijn@socialfinancematters.nl